Schrijven, schrappen, herschrijven, zoektocht uitgeverij, mijn werk bij Rijkswaterstaat. Het kost allemaal tijd. Maar de allergrootste tijdslurpers zijn een paar harige vierpotige stoorzenders die juist als ik net in een flow zit alle aandacht opeisen.
Snurken, klaaglijk miauwen, lichtelijk geïrriteerd mijn typende vingers aantikken, over mijn toetsenbord lopen: bbbbbjjjkkjfioiofohfidfhidjfjjdhfhyefggfjdfhjaefhjafakjfhaewygf, stapel papieren (ongenummerd) van mijn bureau afschuiven, ongegeneerd op mijn bureau neerploffen.
Het vergt vaardigheid om toch die ene scène op papier te krijgen: met één hand typen, met de andere achter een oor kriebelen. Toetsenbord naar achteren schuiven en met een arbotechnisch ongunstige houding de flowsessie vervolgen. Toetsenbord ook bezet? Geen probleem, gewoon verder schrijven met pen en papier.
In razendsnel tempo de woorden en zinnen vastleggen, maar zo’n bewegend plastic ding wekt direct een jolige bui op. Slalommend probeer ik de speelse felle tikjes te ontwijken. Een streep over het papier, onleesbare letters. Langzaamaan vervliegt de inspiratie.
Maar hé, wat is nou belangrijker? Aldus Swiepie, Indy, Nelson, Lola, Poppy en Buurman.